Hier trap ik dus mooi niet in, meneertje!
“Beste Rachel, zojuist de website bekeken van jullie firma. Mijn complimenten. Zeker de rekentool is uiterst handig en geeft onmiddellijk inzicht.” Daaronder 4 initialen, een achternaam en verder niks.
‘Goh, wat aardig!’ dacht ik in eerste instantie. Maar niet lang daarna kreeg ik last van een onderbuikgevoel. Ik onderdrukte de neiging om de klant direct te antwoorden en hem te bedanken voor zijn vriendelijke woorden. Wás dit eigenlijk wel een aardige mailtje? Waarom zou je naar een bedrijf zo’n mailtje sturen als je verder geen vragen hebt of korting wil? Alleen maar uit vriendelijkheid? Nee, daar móest iets anders achter zitten!
“Moet je kijken”, zei ik tegen Pim. “Hier klopt toch iets niet! Kan dit fishing zijn? Raar ook, dat hij speciaal mij een berichtje stuurt, toch?” Ik keek hem samenzweerderig aan, zo van: wat goed van mij dat ik hier niet intrap!
Pim wist het ook niet: “Dat hij zijn berichtje aan jou stuurt, is niet zo gek; op de site staat dat jij verantwoordelijk bent voor de website (mmm tja, daar had ie een punt…), maar als je het niet vertrouwt, moet je er niks mee doen. Jouw advies zou zijn: volg je gevoel!”
Ja, dat was waar. Dit onderbuikgevoel had ik vast niet voor niks! Ik negeerde het berichtje en concentreerde me op andere werkzaamheden. Toch liet het me niet los. Stel dat het wél goedbedoeld was, dan zou het wel erg onaardig van mijn kant zijn om er niet op te reageren. Uiteindelijk is het wel heel bijzonder als iemand de moeite doet om je zoiets te schrijven, zonder enige bijbedoeling.
Ik merkte dat het me irriteerde dat zoiets aardigs blijkbaar zo’n negatief gevoel bij mij kan opwekken. Zo bang gemaakt door alle spookverhalen, dat ik niet meer kan vertrouwen op mijn gevoel. Nadat ik voor de zekerheid zijn naam en e-mailadres had gegoogeld (dat dan nog wel), heb ik de klant alsnog een berichtje teruggestuurd: ‘Hartelijk dank voor uw vriendelijke woorden. Dat horen wij graag!’
De volgende dag had ik een berichtje terug. De klant had nog een vraag over de uitkomst van onze rekentool en vroeg of wij een showroom hebben omdat hij graag eerst de kwaliteit van ons schapenhek wil zien. Ik beantwoordde zijn vraag en schreef dat hij van harte welkom was.
Alle twijfel was verdwenen. Toch raar, als die klant nou meteen in zijn eerste mail – al dan niet na zijn compliment – met zijn kritische vragen was gekomen, had ik me geen moment afgevraagd of dit mailtje wel te vertrouwen was. Dan was het een mailtje zoals zovelen. ‘Zomaar’ een compliment brengt me een hoop onrust, maar óók een moment van bezinning én een column! Dank u wel, aardige meneer!