Ik werk inmiddels twee jaar bij Adéquat en ik heb veel geleerd over hekwerken, hout, palen en alle andere mooie producten die we verkopen. De technische vragen speel ik graag door naar mijn collega’s van de verkoop (ieder z’n vak), maar over het algemeen weet ik wel waarover men het heeft… tot vanmorgen dan.
Het gesprek ging over een machine die slobgaten maakt. Ik weet dat het iets te maken heeft met Post & Rail-hekwerk (sinds we dat zelf produceren, hoor ik ‘ze’ geregeld over slobgaten), maar ik wilde er het mijne van weten.
“Slobgatenmachine?” vroeg ik.
“Dat is de machine die de vrouwtjes maakt”, werd me uitgelegd, alsof het de normaalste zaak van de wereld is.
“Vrouwtjes?”
“Ja, dat zijn de palen waar je wat insteekt!”
“Ja, ja, en dat wat je erin steekt, noemen jullie zeker het mannetje?”
“Dat klopt, daar zit een puntje aan.”
Mmmm, ik denk dat het tijd wordt voor een ander ezelsbruggetje; iets genderneutraals.